Pleegouder zijn is heel mooi, omdat je veel kunt betekenen voor een kwetsbaar kind. Maar het is ook een grote verantwoordelijkheid waar veel bij komt kijken. Daarom worden alle aspirant pleegouders zorgvuldig gescreend. Onze screeners kijken of aspirant pleegouders een passende plek kunnen bieden waar een kind zo lang als nodig veilig op kan groeien. Jolanda en Renske werken als screener bij William Schrikker Gezinsvormen (WSGV). Zij vertellen over hoe een screening verloopt en de bijzondere ervaringen die zij hiermee hebben.
Renske (links) en Jolanda (rechts)
De screening is een vast onderdeel van het proces waar je als aspirant pleegouder mee te maken hebt. Maar hoe werkt dat? “We beginnen met een telefonische kennismaking waarin we vertellen wat de screening in gaat houden. Vervolgens vragen we aspirant pleegouders onder andere om een uitgebreide vragenlijst in te vullen. Die gaat o.a. over hun leven en achtergrond, over opvoeding en of zij te maken hebben gehad met gebeurtenissen die nog invloed hebben op hun dagelijkse leven. Ook maken we een afspraak voor een eerste gesprek. We gaan altijd naar de mensen thuis. We willen namelijk de gezinnen graag in hun eigen woonomgeving zien. De screening is altijd op maat. Soms hebben we twee gesprekken, maar het kunnen er ook vier of vijf zijn. Het hangt er vanaf wat er te bespreken en te onderzoeken is. Verder moeten we voor iedere pleegouder via de Raad van de Kinderbescherming een ‘verklaring van geen bezwaar’ krijgen. Dat is een bevestiging dat er geen dingen zijn die een bezwaar kunnen vormen in de relatie met kinderen, zoals verdenkingen, aanklachten of veroordelingen van geweld of zeden. Ook worden pleegouders uitgebreid getraind”, vertelt Jolanda.
De criteria voor pleegouderschap zijn de basis van de screening
Naast de pleegouders spreken screeners altijd met minimaal twee referenten. Renske: “We spreken bijvoorbeeld met school als er al een (pleeg)kind is, een buurvrouw, werkgever en soms een familielid. De ervaringen van referenten zijn soms haakjes om over in gesprek te gaan. Uiteindelijk bespreken we al onze bevindingen in het screeningsteam onder leiding van een gedragswetenschapper. Dan komen we samen tot een besluit over de aspirant pleegouders.”
Screeners nemen dit besluit aan de hand van verschillende criteria. Jolanda: “Er zijn zes kwaliteitscriteria die landelijk gelden voor alle pleegzorgorganisaties in heel Nederland. De criteria gaan bijvoorbeeld over veiligheid, opvoedvaardigheden, kunnen samenwerken, en of je de impact van het pleegouderschap kunt inschatten. Er zijn ook vier wettelijke criteria. Die gaan onder andere over leeftijd, training en of de Verklaring van Geen Bezwaar afgegeven is. Bij WSGV kijken we ook of je om kunt gaan met een beperking van het kind of met de beperking van de ouders van het kind. Al die criteria hebben als doel om te zorgen dat een kind op de beste plek komt.”
“Het allerbelangrijkst is dat het kind op een veilige plek komt. Daarnaast is het zo dat aspirant pleegouders enthousiast zijn over pleegzorg en die voelen ruimte in hun hart en in hun huis. Onze taak is om samen met hen te kijken of we dit kunnen bevestigen. Daarnaast proberen we een realistisch beeld te schetsen van wat ze kunnen verwachten. Pleegzorg is heel mooi, maar kan ook pittig zijn. Een pleegkind heeft vaak al heel veel meegemaakt voordat het in een pleeggezin gaat wonen. Ook heb je te maken met de familie van het kind en meerdere professionals. Met al die mensen, bijbehorende afspraken en de impact daarvan op je eigen gezin moet je om kunnen gaan. Als screeners proberen we daarom een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het gezin en hun wensen en mogelijkheden. We houden altijd voor ogen dat we een gezin zoeken voor een pleegkind en niet andersom, vertelt Renske.
Neem als gezin de tijd voor het screeningsproces
De screening is een intensief proces. Daarom adviseren Jolanda en Renske om er goed de tijd voor te nemen. Renske: “Het is een heel proces om tot het besluit te komen, zowel voor ons maar zeker voor aspirant pleegouders. Ik hoor vaak van pleegouders dat het helpt om veel over pleegzorg te praten met familie en vrienden. Dit helpt om zelf tot inzicht te komen of het pleegouderschap goed bij je past.”
Aspirant pleegouders moeten heel open zijn bij de screening. Renske: “Soms hebben pleegouders het gevoel dat ze beoordeeld worden op wie ze zijn. Wij beoordelen mensen alleen op de criteria voor pleegouderschap, maar zeker niet als persoon.” “Met als doel een goede plek voor het kind. Die criteria zijn er namelijk niet voor niks,” vult Jolanda aan. Renske vervolgt: “Ook voor pleegouders zelf dienen die een doel, want je wilt dat een plaatsing goed gaat. Het pleegkind moet de plek hebben die het verdient en nodig heeft. En het pleeggezin moet het goed aankunnen.”
Het screeningsproces heeft ook hele mooie kanten. Renske: “Geen screening is hetzelfde, want ieder heeft zijn eigen levensverhaal. Het is altijd bijzonder en fascinerend. Je stapt zomaar bij mensen in hun leven en leert hen in een hele korte tijd goed kennen. Het is mooi als mensen daarvoor openstaan, want je vraagt ze wel om zich kwetsbaar op te stellen.”
Ook voor Jolanda is elke screening bijzonder: “Het voelt altijd een beetje als mijn gezin op een gegeven moment. Ik heb al veel gezinnen gescreend, maar ik ken ze nog allemaal. Ik vind het oprecht heel leuk en interessant om mensen zo te leren kennen. Het is ook inspirerend voor jezelf.