Waar de reguliere zorg  ophoudt, zetten de professionals van William Schrikker Gezinsvormen (WSGV) een stap extra om te zorgen dat een kind of jongere passende zorg krijgt. WSGV biedt landelijk specialistische hulp wanneer sprake is van een combinatie van complexe opvoedproblemen en een beperking bij het kind en/of de ouders. Hierbij gaat het vaak om een licht verstandelijke beperking (LVB). In een serie artikelen laten we hiervan een aantal voorbeelden zien. Aflevering 1: dankzij pilot in dertien Zeeuwse gemeenten woont Fabian* met extra hulp bij zijn oma.

 

Hoogspecialistische pleegzorg William Schrikker Gezinsvormen

Fabian heeft ontzettend veel meegemaakt in zijn jonge leven. Zo kwam hij als 8-jarige in een woongroep voor pubers terecht omdat hij na twee jaar niet langer in het gezinshuis kon blijven waar hij woonde. Maar wat er ook gebeurde, zijn oma wilde er altijd voor hem zijn. Met veel extra ondersteuning zoals praktische zorg en logeerweekenden woont de inmiddels 15-jarige nu al drie jaar bij haar.

Het is een netwerkplaatsing. Oma – haar zoon is de vader van de jongen – fungeert als pleegmoeder voor Fabian.  Al voldoet ze formeel niet aan de eisen die daarvoor gelden, onder meer vanwege gezondheidsproblemen en verstandelijke beperkingen, het werkt zo wel. “Bij de reguliere screening werd ze afgewezen als pleegmoeder. Maar vanuit sociaal en emotioneel opzicht was het wenselijk dat Fabian bij oma kon zijn. Er waren weliswaar twijfels over de opvoedcapaciteiten van oma, toch leek dit ons voor Fabian het beste. Bij oma is de enige plek waar deze jongen zich veilig, geborgen en geliefd voelt”, zegt Anke van Treijen, als pleegzorgwerker van WSGV, betrokken bij Fabian.

Anke heeft zich er sterk voor gemaakt dat het tweetal nu elke avond samen op de bank zit. Als pleegzorgwerker bij een organisatie die gespecialiseerd is in mensen met een beperking, vroeg ze zich af: wat is er voor nodig om het wél te laten slagen? Daarbij kan vanuit WSGV gedacht worden aan extra ondersteuning: langdurig, continu en samenhangend, waarbij tijdig geanticipeerd wordt op mogelijke verstoringen van het evenwicht in het gezin of de ontwikkeling van het kind. Dit kost meer tijd (en dus geld) dan reguliere pleegzorg, maar is nog altijd goedkoper dan een plaats in een gezinshuis of instelling.

 “Wat is er voor nodig om het wél te laten slagen?”

Specialistische pleegzorg

De contractmanager van WSGV, John Schotanus, heeft in deze kwestie contact opgenomen met de betrokken gemeenten om de financiering rond te krijgen. Fabian woont in Vlissingen. In deze regio werken dertien gemeenten samen in wat heet: Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland. Aanvankelijk was het daar zo geregeld dat alleen reguliere pleegzorg werd vergoed. Indien dat niet passend of toereikend was, moest naar een residentiële groep of gezinshuis worden gekeken. Uiteindelijk is daar een vorm bijgekomen onder de noemer van de pilot: Specialistische Pleegzorg. Drie pleegzorgaanbieders hebben hiervoor gezamenlijk een voorstel geschreven en dat ingediend bij de inkooporganisatie. Dit ‘product’ financiert het dubbele tarief van reguliere pleegzorg. De inzet hiervan is op de eerste plaats bedoeld om continuïteit in de opvoeding te waarborgen, doorplaatsing (naar duurdere opvang) die bovendien vaak niet in het belang is van het kind, zoveel mogelijk te voorkomen. “De dertien Zeeuwse gemeenten en de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland zijn altijd bereid om binnen het stelsel van afspraken, maatwerkoplossingen in het belang van de jeugdige te realiseren”, zegt Christiaan Soethout, directeur van de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland.

Balans

Specialistische pleegzorg vraagt een continue balans tussen normaliseren en beschermen: het herstel van het gewone leven en zelfredzaamheid versus veiligheid en specialistische zorg.

Het specialisme van WSGV houdt onder meer in dat de professionals getraind zijn in het aansluiten bij de mogelijkheden en leefwerelden van kinderen en/of ouders met een LVB. Dat betreft bijvoorbeeld versterking van opvoedingsvaardigheden of het versterken van interactie en hechtingsrelatie. Kortom, de situatie vraagt om gespecialiseerde hulp. De houding daarbij is altijd oplossingsgericht, geduld tonen en een extra stap extra zetten, waar een ander misschien geen mogelijkheden meer ziet.

In het geval van Fabian en zijn oma heeft WSGV-pleegzorgwerker Anke nu het dubbele aantal uren ter beschikking om in te zetten voor hulp aan Fabian en zijn oma. Daarnaast is er opvoedkundige ondersteuning geregeld en meer zorg met behulp van een maatjesproject. Ook gaat Fabian regelmatig een paar nachtjes naar een logeerhuis om de situatie zo lang mogelijk houdbaar te houden, want de gezondheid van oma is slecht en ze heeft niemand om op terug te vallen.

Dubbele uren

Anke van Treijen: “Destijds is met mij overlegd of ik het zag zitten om deze zaak op te pakken onder de voorwaarde dat ik er veel meer uren in zou stoppen dan normaal. Ten opzichte van de reguliere pleegzorg heb ik dubbele uren gekregen. Daardoor kom ik wekelijks bij het gezin over de vloer en ben ik bij alle artsenafspraken, overlegjes op school enzovoort. Ook regel ik het verblijf van Fabian in de logeergroep, school en op zomerkamp om oma te ontlasten. Dit kost dus wat meer dan gebruikelijk maar is nog altijd goedkoper dan een andere woonvorm. En nog belangrijker: ze hebben het heel fijn samen. Zij horen bij elkaar! Dit gaat al ruim drie jaar goed op deze manier. Met normale pleegzorg zou dit waarschijnlijk niet zijn gelukt.”

* Fabian is om redenen van privacy een gefingeerde naam