Waar de gecontacteerde zorg  afhaakt, zetten de professionals van William Schrikker Gezinsvormen (WSGV) een stap extra om te zorgen dat een kind of jongere passende zorg krijgt. WSGV biedt landelijk hoogspecialistische hulp wanneer sprake is van een combinatie van complexe opvoedproblemen en een beperking bij het kind of de ouders. Hierbij gaat het vaak om een licht verstandelijke beperking (LVB).  

 

“Het is net de postcodeloterij, in de ene regio kunnen we meer hulp inzetten dan in de andere

Pleidooi voor pleegzorg-plus  

Na signalen over ernstige verwaarlozing, raakt jeugdzorg betrokken bij een gezin met drie kinderen. Met intensieve ondersteuning lukt het de ouders – “vanuit onmacht en hun beperking” – niet om voldoende veiligheid te bieden. Maar als een jeugdbeschermer van William Schrikker Stichting besluit dat de kinderen uit huis worden geplaatst, is er voor de jongste geen goede plek te vinden. Uiteindelijk gaat het vierjarige meisje, ondanks een contra-indicatie, naar haar opa en oma.  

De pleegzorgorganisatie die aanvankelijk betrokken was bij de familie rapporteerde: ‘dit gezin vraagt veel meer ondersteuning dan wij kunnen bieden’. Daarop heeft WSGV de zorg overgenomen. Dankzij de specialistische kennis voor hulp aan kinderen en/of ouders met een licht verstandelijke beperking (LVB) durfden zij het wél aan om het jongste kind bij opa en oma te laten wonen.  

“Als je geen verstand hebt van LVB denk je aan onwil, wij zien: het is onmacht. Bij de andere organisatie was er simpelweg te weinig kennis van LVB. Het alternatief zou zijn: het vierjarige kind naar een woongroep brengen. Dat  wil je niet vanwege de jonge leeftijd en omdat er vermoedens waren van autisme. We hebben opa en oma kunnen overtuigen dat ze voor de plaatsing opvoedondersteuning moesten accepteren, want ook bij opa en oma is sprake van LVB. Dat past bij ons: zoeken naar hoe het wél kan werken. En we hebben heel duidelijk gemaakt dat wanneer ze zich niet aan de voorwaarden zouden houden, het meisje alsnog naar elders zou verhuizen. Zo lukte het. Het meisje werd hier weliswaar niet super gestimuleerd in haar ontwikkeling, maar ze zat wél in een rustige omgeving, binnen haar netwerk. Het is misschien niet perfect, maar het alternatief is zeker niet beter. Hiermee kunnen we tijd overbruggen. Uiteindelijk zal ze naar een gezinshuis gaan, maar dan is ze inmiddels wat ouder en heeft ze toch mooi een aantal jaar doorgebracht bij opa en oma”, zegt pleegzorgwerker Bas Angevaare. 

Het probleemgedrag van het meisje is, wat hij noemt, ‘pittig’.  “Vanuit onze expertise konden wij duiden waar dat gedrag vandaan kwam. Wij zien onmacht. Dan heeft het geen zin om te gaan dwingen. Beter is het te kijken waar de stukjes van de puzzel passen om te leren ermee om te gaan.” 

Medewerkers van WSGV krijgen hiervoor maximaal de reguliere uren. Dat is te weinig. Daarop is een andere partij ingeschakeld die acht tot negen uur per week ingezet kan worden voor opvoedondersteuning. Angevaare: “Dat hadden wij ook wel willen doen, maar dat werd niet vergoed door de gemeente. De ander partij wel… Het voordeel is dat er extra hulp komt, het nadeel: wéér een extra organisatie over de vloer. Terwijl wij bovendien het beste kunnen inschatten welke hulp nodig is. Maar het laat ook zien dat door buiten de kaders te kijken, er toch veel mogelijk is. Wij weten en zien dat mensen met een LVB of andere beperking met maatwerk hun doelen kunnen halen. Bijvoorbeeld als het gaat over opvoeden, financiën en relaties.”  

Angevaare pleit voor een soort pleegzorg-plus tarief. “We hebben als WSGV een speciale doelgroep, veel kinderen met een beperking, maar de beschikbare vergoeding is hetzelfde als voor kinderen zonder problematiek en met capaciteiten om naar de mavo of havo te gaan. Waarom bestaat er niet zoiets als pleegzorg-plus voor de kinderen in onze zorg?  Deze kinderen hebben een andere zorgvraag. Naast hechtingsproblemen, trauma’s en problemen in hun ontwikkeling, is hun problematiek vaak complexer. Daarbij leren kinderen met een LVB op een andere manier en vraag het contact met hun ouders, die vaak ook een LVB hebben, meer tijd. Wat het extra lastig maakt is dat je nu bij de ene regio meer uren mag inzetten dan in een andere. Dat maakt zorgverlening een soort postcodeloterij. In de ene gemeente is meer hulp beschikbaar dan in de andere. Bizar, dat hulp afhangt van het woonplaatsbeginsel.” 

Een woordvoerder van de gemeente Den Haag, waar dit gezin woont, laat weten dat het uitgangspunt is, dat er passende hulp wordt ingezet vanuit het belang van het kind. “Zo veel als mogelijk binnen de eigen/vertrouwde omgeving en binnen de eigen woonplaats. Maar per gemeente of regio verschilt de behoefte ten aanzien van het jeugdhulp aanbod. Met de decentralisatie in 2015 is het veel meer mogelijk om maatwerk aan te kunnen bieden, casussen van dichtbij te bekijken en je aanbod daarop aan te passen”, aldus de zegsman. Het idee over pleegzorgplus noemt hij een mooie ontwikkeling, en:  “dat wordt nog nader verkend”.