Gezinnen waarin sprake is van een licht verstandelijke beperking (LVB) zijn oververtegenwoordigd in de jeugdbescherming. In de praktijk duurt een ondertoezichtstelling (OTS) erg lang en heeft het veel impact op het gezin. Dat is zonde, want met langetermijnbegeleiding op de achtergrond kan dit vaak worden voorkomen. Azal Alsaadi, HouVastwerker bij William Schrikker Gezinsvormen (WSGV) vertelt hoe de juiste begeleiding het verschil maakt voor ouders met een LVB en complexe opvoedproblematiek. 

Kinderen worden onder toezicht gesteld wanneer er sprake is van een onveilige opvoedsituatie en hun ontwikkeling bedreigd wordt. Internationale studies laten zien dat kinderen van ouders met een LVB een drie tot zes keer grotere kans hebben op een jeugdbeschermingsmaatregel en een langer OTS-traject dan gezinnen zonder een LVB.* Azal: “Het is absoluut niet zo dat deze ouders geen liefde hebben voor hun kind. Ik zie juist in de praktijk dat deze ouders veel liefde geven aan hun kinderen. Maar er is wel een risico dat ze tekortschieten qua praktische en basale voorwaarden voor de opvoeding”.  

Voor ouders met een LVB is het vaker een uitdaging om bijvoorbeeld genoeg structuur te bieden aan hun kinderen en om hen normen en waarden goed mee te geven. Praktische dingen zoals kinderen op tijd naar school laten gaan of voldoende eten meegeven, kunnen voor deze ouders ook lastig zijn. Dat komt doordat ouders met een LVB de risico’s vaak niet goed kunnen inschatten. Daardoor kunnen ze minder goed anticiperen of reageren, waardoor nieuwe risico’s blijven ontstaan. Deze ouders vinden het ook vaak lastig om goed bij hun kind aan te sluiten. Zoals hoe je moet reageren als een kind verdrietig is.  

Langdurige ondersteuning voorkomt een (nieuwe) OTS 

Om te voorkomen dat ouders met een LVB (opnieuw) met een OTS te maken krijgen, is HouVast ontwikkeld. Azal legt uit: “We kijken naar ‘goed genoeg’ ouderschap. Dat willen we bereiken door vooral te kijken naar wat er wel goed gaat. Tijdens gesprekken met de ouders pakken we het heel praktisch aan en leggen we dingen rustig uit. We benoemen vooral wat goed gaat en wat wel lukt. Dat zet ouders in hun kracht, waardoor ze denken: ik kan het wel en het lukt mij wel.” 

HouVast wordt langdurig ingezet, zodat de gezinssituatie stabiel blijft. “Normale opvoedondersteuning is tijdelijk, maar deze ouders blijven te maken hebben met een LVB. Bij stressvolle situaties, bijvoorbeeld als vader zijn baan verliest of een huisdier overlijdt, is er bij mensen met een LVB een groter risico dat het gezin de stabiliteit weer verliest. We merken in de praktijk dat ze dan weer terugvallen, waardoor het gezin mogelijk weer onder toezicht geplaatst moet worden. Dat is jammer. Met HouVast kunnen we dit voorkomen, doordat wij als HouVastwerker het gezin al kennen en weten wat er speelt. Onze betrokkenheid staat op een laag pitje als het goed gaat en is intensiever als het wat minder gaat. Hierdoor kunnen we goed anticiperen op de moeilijkheden waar ze tegenaanlopen en dus tijdig op- en afschalen waar nodig. Daarbij houden we goed zicht op de veiligheid van de kinderen. Zo willen we voorkomen dat een nieuwe OTS uitgesproken moet worden. Het lijkt heel simpel en het is in de praktijk ook heel simpel.” 

 

HouVast zorgt voor vertrouwen en veiligheid 

OTS-maatregelen duren in de praktijk jarenlang. HouVast kan dit voorkomen, maar helaas staan gemeenten daar niet altijd voor open. “Dat komt vooral door het financiële aspect, omdat gemeenten ervan uit gaan dat hulp niet te lang hoeft te duren. Daar ben ik ook voorstander van, maar een LVB gaat niet over. Daarom is er voor gezinnen waarin sprake is van een LVB en opvoedproblematiek langetermijn ondersteuning nodig. Wanneer de hulp is gestopt, het gezin terugvalt en een nieuwe OTS nodig is, ben je terug bij af. Dat geeft ouders het gevoel dat ze het niet kunnen. Voor het gezin betekent het dat ze telkens aan nieuwe hulpverleners hun verhaal moeten vertellen. Soms hoor je over gevallen waar 60 hulpverleners in het gezin zijn geweest. Hoe kunnen we verwachten dat een kind nummer 61 gaat vertrouwen? Dat vertrouwen is ontzettend belangrijk. Met HouVast blijven we ook na de intensieve fase op een laag pitje betrokken bij het gezin, waardoor het vertrouwen niet opnieuw opgebouwd hoeft te worden. Bovendien weten ouders dat we er voor hen zijn en dat het veilig is, omdat er geen dreiging is van een OTS.” 

Azal ziet hoeveel waarde HouVast heeft voor gezinnen en zou daarom graag zien dat meer gemeenten er gebruik van maken. “Ik zou gemeenten willen oproepen om vooral in gesprek te gaan met zorgorganisaties en samen met hen out-of-the-box te denken. Langetermijn inzet is lang niet altijd duurder. Zo kunnen we er samen voor zorgen dat meer kinderen thuis kunnen blijven wonen.” 

 

* Dion et al., 2018; Lima et al., 2022; McConnell et al., 2011b, 2021; Slayter & Jensen, 2019