Onze geschiedenis

William Schrikker was één van de eerste bestuursleden van onze organisatie. De stichting draagt zijn naam omdat hij zo betrokken was bij de ouders en kinderen die de stichting beschermt. William Schrikker heeft de stichting echter niet opgericht. Dat deed Pier de Boer, ruim 80 jaar geleden alweer.

De oprichter van de William Schrikker Stichting: Pier de Boer

Vanaf 1904 was Pier onderwijzer in het Buitengewoon Lager Onderwijs (BLO); onderwijs voor mensen die moeite hadden met het verwerken van informatie. Hier zag hij dat zijn leerlingen vaak meer of andere hulp nodig hadden. Ook vond hij het niet passend dat mensen met een beperking vaak in een instelling terechtkwamen.

Foto: Brants, Drs. L., & Van Gennep, Dr. A. (1992). 50 jaar tegendraads. Amsterdam: William Schrikker.
Pier de Boer

Volgens hem konden zij veel beter in hun vertrouwde omgeving blijven. Daarom ging hij zélf aan de slag om zijn leerlingen die extra ondersteuning te bieden. Bijvoorbeeld door werk voor hen te regelen. En wanneer bleek dat ouders niet voor hun kind konden zorgen, ging hij regelmatig zelf op zoek naar een pleeggezin.

Maar dit was natuurlijk veel te veel werk voor een leraar. Daarom werd Pier benoemd tot ‘ambtenaar voor de nazorg’, zoals dit genoemd werd. Hij stopte met lesgeven en ging zich volledig richten op het regelen voor extra ondersteuning voor oud-leerlingen van het BLO.

Het ontstaan van de William Schrikker Stichting

In 1924 werd het BLO door de gemeente overgenomen. Samen met de afdeling ‘nazorg’, waar Pier de Boer ambtenaar van was. Als ambtenaar van de nazorg, zette Pier de Boer rond 1930 ook een nieuwe organisatie op. Deze organisatie zorgde voor werk voor mensen die het lastig vonden om mee te komen in de maatschappij. Dit werd de AGO genoemd. Pier de Boer werd eerst secretaris van deze organisatie. En later directeur.

Pier kwam in zijn werk vaak kinderen of jongeren tegen met een (licht) verstandelijke beperking waarvan de thuissituatie niet goed was. Voogdij-instellingen hadden alleen vaak geen ervaring met kinderen of jongeren met een (licht) verstandelijke beperking, of een andere beperking. Daarom kon deze doelgroep daar niet geholpen worden. Vanaf 1940 richtte de AGO zich daarom specifiek op kinderen en jongeren met een beperking.

In 1969 werd de voogdij-afdeling van de AGO een aparte organisatie. Eerst zou dit de ‘Pier de Boer Voogdij Stichting’ worden. Maar er was al een organisatie met een naam die bijna hetzelfde was. Daarom werd gekozen voor: William Schrikker Voogdij Stichting. William Schrikker was het meest betrokken bestuurslid. Hij was al sinds 1909 betrokken bij de hulpverlening in Amsterdam. In 1950 werd hij ook voorzitter van de AGO. Na zijn tijd als voorzitter heeft hij nog meerdere keren geholpen wanneer dat nodig was. Bijvoorbeeld wanneer een andere voorzitter overleed.

 

William Schrikker Pleegzorg

Door de wettelijke scheiding van hulp en recht in 1993 was het nodig om pleegzorg in een aparte organisatie onder te brengen. Daarom is toen William Schrikker Pleegzorg opgericht. Sindsdien maakt zij het mogelijk dat uithuisgeplaatste kinderen met een beperking of van ouders met een beperking toch in de warmte van een gezin kunnen opgroeien.

Gezinshuizen en opvoedondersteuning

Ervaring leerde dat de liefde en geborgenheid die pleegouders bieden niet voor alle kinderen passend is. Sommigen hebben extra zorg nodig, vanwege zwaardere problematiek. Maar wonen op een groep is voor deze kinderen vaak niet de beste oplossing.

Daarom startte de werkmaatschappij William Schrikker Zorg & Wonen in 2010 met gezinshuizen. Daar wordt de warmte van een gezin gecombineerd met professionele ondersteuning.

Per 1 januari 2020 zijn pleegzorg en gezinshuiszorg samen ondergebracht in de stichting William Schrikker Gezinsvormen. In 2021 hebben we onze diensten verder uitgebreid met opvoedondersteuning. Hiermee zetten wij onze expertise ook thuis bij de ouders in, om hen te ondersteunen in de opvoeding wanneer een onveilige opvoedsituatie dreigt te ontstaan. Zo dragen we er aan bij dat kinderen toch veilig bij hun ouders thuis kunnen opgroeien.