Er is steeds meer aandacht voor het betrekken van ouders bij de opvoeding van een pleegkind. Pleegzorgwerkers zijn er niet alleen voor het pleegkind, maar hebben ook een belangrijke rol richting de ouders en pleegouders. Niet alleen ondersteunen zij pleegouders bij alles wat bij de plaatsing van een kind komt kijken, ook zorgen pleegzorgwerkers voor een goede samenwerking met de ouders. Zo blijven de ouders betrokken bij de opvoeding van het kind. Pleegzorgwerker Marieke Schouten vertelt hoe een goede samenwerking met de ouders bijdraagt aan een succesvolle plaatsing voor het kind.

Goede samenwerking met ouders door openheid en begrip

Als pleegzorgwerker heb je verschillende rollen en ben je de verbindende factor tussen alle betrokkenen. Het is belangrijk dat duidelijk is wat ouders en pleegouders kunnen verwachten van de pleegzorgwerker. “Ik ben er voor hoe het met het pleegkind gaat, dus daar let ik vooral op bij bezoeken. Daarnaast bewaak ik de draagkracht van pleegouders, zodat zij niet overbelast raken. De rol van de ouders is natuurlijk ook heel belangrijk bij een plaatsing. Ik probeer hen zoveel mogelijk te betrekken bij de opvoeding. Het is daarom nodig om een goede werkrelatie met de ouders te hebben. Dat doe ik door open en toegankelijk te zijn naar hen. Daarbij maak ik mijn rol heel duidelijk. Ik ben bijvoorbeeld niet degene die uiteindelijk bepaalt of het kind wel of niet weer teruggaat naar huis. Maar bij gesprekken met de jeugdzorgwerker, die daar wel over gaat, kan ik naar de ouders toe een neutralere positie innemen. Dat kan heel helpend zijn. Op die manier kan ik de ouders ondersteuning bieden,” vertelt Marieke.

WSGV-Pleegzorgwerker Marieke Schouten

WSGV zet zich in voor een goede samenwerking met de ouders van het pleegkind. Hoe gaat dat in de praktijk? Marieke: “We hebben regelmatig zorgteamoverleggen met ouders en pleegouders. Hierin worden allerlei zaken besproken over de opvoeding en hoe het gaat met het pleegkind. De samenwerking met ouders gaat vaak gelijk goed, maar soms is er bij ouders veel weerstand en begrijpen ze niet waarom hun kind uit huis is geplaatst. Ze kunnen dat niet altijd gelijk accepteren. Dat maakt het voor mij als pleegzorgwerker uitdagend om toch voor een goede werkrelatie te zorgen. Het vraagt altijd maatwerk, omdat de situatie per casus ontzettend verschilt. Ouders waarbij bijvoorbeeld het kindje al een paar keer in een pleeggezin heeft gezeten en waarbij de rechter heeft geoordeeld dat het niet meer naar huis mag, zitten in een rouwproces. Je kunt daardoor niet altijd goed inhoudelijk praten over hoe het met het kind gaat. Natuurlijk breng ik ze wel op de hoogte, maar dat heeft tijd nodig.”

Rekening houden met de achtergrond van de ouders

Ouders van pleegkinderen hebben vaak al veel meegemaakt. Voor pleegzorgwerkers is het belangrijk om daar rekening mee te houden. “Als een kind uit huis wordt geplaatst is daar al best wel wat aan vooraf gegaan. Dat kan liggen aan de beperking van ouders, maar er komen heel vaak ook omgevingsfactoren bij kijken. Bijvoorbeeld financiën, het zelf slachtoffer zijn van huiselijk geweld of het zelf slachtoffer zijn van seksueel misbruik. Ouders hebben dus vaak ook énorm veel meegemaakt, of het nu mensen met een beperking zijn of niet. Mensen met een verstandelijke beperking hebben helaas een groter risico op het opdoen van nare ervaringen. Kortom, goed in contact blijven met de ouders en begrip tonen voor het rouwproces waar ze in zitten, is naar mijn idee heel belangrijk. Ik merk zelf dat het voor mij werkt om ieder persoon apart te zien en niet mijn ervaringen met andere ouders of pleegouders te laten meewegen in hoe ik een casus benader. Voor een pleegzorgwerker is een open houding en goed aanvoelen wat wel of niet werkt en wat er nodig is, heel belangrijk. Gelukkig krijg ik daar vanuit WSGV alle ruimte voor. Hierdoor kan ik voor elke casus de beste aanpak bepalen samen met mijn subteam en een gedragswetenschapper die mij bijstaat als dat nodig is.”

Veel pleegkinderen of ouders van de pleegkinderen bij WSGV hebben een beperking. Daar moeten pleegzorgwerkers rekening mee houden bij de samenwerking. “Het is belangrijk om begrip te hebben voor de verstandelijke beperking van de ouders. Je moet dingen soms op een hele simpele manier uitleggen en je moet geduld hebben. Ook moet je af en toe streng en heel duidelijk zijn naar de ouders als pleegzorgwerker, maar ook als pleegouder. Je kunt namelijk te maken krijgen met ouders die functioneren op het niveau van een achtjarige. Het zijn daardoor niet alleen de kinderen waar je dan voor moet zorgen, maar soms ook de ouders.”

Pleegzorg kan voor hele mooie succesverhalen zorgen

Ondanks alle uitdagingen ziet Marieke ook hoe pleegzorg heel goed kan uitpakken voor het pleegkind én de ouders. “Pleegzorg kan echt hele mooie dingen teweegbrengen. Ik zie zoveel mooie verhalen over mensen die al heel lang voor pleegkinderen zorgen, waarbij het contact met de ouders heel geleidelijk en natuurlijk verloopt. Dat is ook wat je uiteindelijk wilt. Als een kind opgroeit in een pleeggezin, wil je dat het voelt alsof een kind naar de ouders toe kan wanneer hij of zij zou willen. Dat het contact met ouders onbelast is, waarbij ouders niet negatief over pleegouders praten of over pleegzorg, maar gewoon kunnen genieten van het moment met het kind alleen. En dat het pleegkind zo op mag groeien, dat het uiteindelijk kan zeggen: ‘Ik woon in een pleeggezin, maar ik heb elke week even contact met mijn ouders en het gaat goed met hen.