Voor deze nieuwsbrief spraken we met Patricia van Baak. Patricia werkt sinds enige maanden bij WSGV als pleegzorgmedewerker. Zij heeft zelf echter ook ervaring met het pleegouderschap. Een uitgelezen kans dus om met iemand, die beide kanten van het werk kent, te spreken over wat een pleegzorgmedewerker kan betekenen voor pleegouders.

We spreken met Patricia op kantoor in Eindhoven, aan het einde van een dag waarin ze ook weer een aantal afspraken had met de aan haar toevertrouwde pleegouders. Terwijl Patricia een verse kop koffie voor ons beiden inschenkt , steekt ze van wal, en verteld wat voor haar het werken als pleegzorgmedewerker inhoudt. ‘De term pleegzorgmedewerker dekt voor mij niet volledig de lading’, verteld Patricia, terwijl ze een koekje aanbiedt. ‘Als pleegzorgmedewerker, sta je weliswaar de pleegouders bij, maar je werkt toch vooral als een spin in het web, als een systeemwerker zeg maar. Je bent er voor de pleegouders en het pleegkind, vanuit je functie onderhoudt je ook contact met de betrokken jeugdzorgwerker en andere betrokken hulpverlening. Dit doe je allemaal in dienst van de opvoeding van het betrokken pleegkind.’

Dat lijkt me een hele uitdaging, steeds maar dat belang van het pleegkind centraal te houden. Patricia is wat gemakkelijker gaan zitten, nu duidelijk op haar praatstoel en vervolgt.

‘Het is complex. Een kind heeft de identiteit van ouders, maar woont bij pleegouders. Het is belangrijk om het vizier gericht te houden op het grootbrengen van het kind. Veel pleegouders zijn zich weliswaar goed bewust van de positie die ze als pleegouders hebben ten opzichte van ouders, toch komt ook vaak voor dat ik als pleegzorgwerker aan pleegouders hun positie moet uitleggen. Pleegouders zijn belangrijk. Ze zijn verantwoordelijk voor het aanbrengen en aanleren van structuur, geven aandacht, warmte, onderwijs, voeding, vakantie. Dat alles maakt echter niet, dat je dan de biologische ouders weg kunt poetsen. Dat heeft er alles mee te maken dat een kind moet weten waar het zijn of haar bruine ogen vandaan heeft.’

‘Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Dat zijn existentiële vragen waarop ieder kind een antwoord nodig heeft. Als pleegouder vul je aan, maar je neemt nooit de plaats van ouders in. Een pleegkind zal bijvoorbeeld nooit jouw naam dragen.’

‘Ik vind het belangrijk dat kinderen hun ouders als zodanig blijven zien, ook als ze bij pleegouders wonen. Pleegouders kunnen een wereld van verschil maken voor kinderen, maar moeten niet de plaats van de ouders innemen. Dit is extra belangrijk voor kinderen en ouders met LVB problematiek, omdat zij vaak al meer moeite hebben om hun eigen positie te begrijpen.’

‘Je werkt samen in een systeem van hulpverlenende professionals en familie aan de doelen die gesteld zijn door een kinderrechter, die door een familie, onder aansturing van de gezinsvoogd behaald moeten worden. Het doel is om het kind weer terug thuis te krijgen. Het kind kan nu niet bij de ouders verblijven omdat ouders nu niet goed genoeg voor hun kind kunnen zorgen. In de meeste gevallen is terugplaatsing thuis het doel en ook het perspectief.’

 

 

Patricia van Baak

Aspirant pleegouders krijgen in het hele voorbereidende traject enorm veel informatie te verwerken. Wat zou jij, als pleegzorgmedewerker, mee willen geven?

Patricia kijkt even omhoog en denkt goed na voordat ze de vraag beantwoordt. ‘Weet je? Het is belangrijk dat pleegouders ook investeren in de samenwerking met hun pleegzorgwerker. Ik ben veel meer dan iemand die eens in de zes weken koffie komt drinken. Het belang van onze samenwerking, het belang van het kind moet door alle betrokken partijen belangrijk gevonden worden. Ikzelf streef naar samenwerking die je ‘warm en zakelijk’ zou kunnen noemen. Ik kreeg dat laatst te horen van een pleegmoeder, en ik beschouw dat zelf als een groot cadeau, een compliment. Een warme en zakelijke samenwerking. Dat vond ik mooi om te horen.’