Nieske Selles is een ervaren pleegouder bij William Schrikker Gezinsvormen (WSGV) die zich al vele jaren inzet voor kwetsbare kinderen. Marion Inghels is haar pleegzorgwerker en in dit artikel interviewt ze Nieske over hoe het is om pleegouder te zijn. Ook gaan ze samen in gesprek over hoe het is om met de ouders van het pleegkind samen te werken en wat voor ondersteuning pleegouders krijgen van WSGV.

Pleegkinderen

Marion: Hoi Nieske, wil je je voorstellen?

Nieske: Ja, ik ben Nieske en getrouwd met mijn man Allard. We hebben vijf kinderen, waarvan drie pleegkinderen van WSGV. De pleegkinderen zijn 13, 12, 8 jaar oud en we zijn inmiddels alweer 11 jaar lang pleegouders. In het dagelijks leven ben ik auteur. Als de kinderen naar school zijn schrijf ik boeken en artikelen, of werk ik als freelancer voor uitgeverijen.

Marion: Wat maakt dat je destijds hebt gekozen voor WSGV?

Nieske: Toen wij ons gingen oriënteren waren we met een open blik aan het rondkijken. We kenden mensen die al bij WSGV zaten en die waren enthousiast. We wilden langdurig voor kinderen zorgen. Bij WSGV is vaak al snel duidelijk of kinderen langdurig zorg nodig hebben. We gingen eerst oriënteren en omdat dat goed beviel zijn we bij WSGV gebleven.

Marion: Je hebt duidelijk gekozen voor langdurige pleegzorg. Maar er zijn meerdere vormen, zoals crisis-, weekend- of vakantie-opvang. Wat maakt dat jullie dat zo definitief voor ogen hadden?

Nieske: Wij waren jong en blij en dankbaar dat we makkelijk kinderen konden krijgen. Maar we waren er ons ook van bewust dat er veel kinderen zijn die het niet makkelijk hebben en langdurig zorg nodig hebben. We realiseerden ons wel dat het bij plaatsing niet altijd helemaal duidelijk is of een plaatsing langdurig is, maar we hoopten er wel op.

Allard en Nieske

Marion: Welke overwegingen moesten jullie maken om pleegouder te worden? Welke drempels waren er?

Nieske: Het onbekende was de grootste drempel. Je hebt ervaringsverhalen nodig om die drempels weg te halen. Je moet je realiseren dat het niet je eigen kinderen kunnen worden. Je kan van de kinderen gaan houden als van je eigen kinderen. Toch zijn er altijd de ouders en het is belangrijk om daar goed rekening mee te houden. Je krijgt niet alleen de zorg voor het kindje, er komt ook de samenwerking met een deel van hun netwerk bij. Door ervaringsverhalen van andere pleegouders krijg je echt een goed beeld van wat je kunt verwachten.

Marion: Wat moet je allemaal kunnen om pleegouder te worden en wat moet je kunnen bieden aan een kind?

Nieske: Het is heel belangrijk dat je zelf een stabiel gezinsleven hebt. Je kunt niet in de toekomst kijken, maar wanneer je eraan begint is het belangrijk dat je leven met je eigen kinderen en of partner stabiel is. Je leven hoeft natuurlijk niet perfect te zijn, dat is nergens zo, maar je moet wel ruimte over hebben in je hoofd en in je hart om een kind met een rugzak erbij te krijgen.

Marion: Helder, een stabiele situatie is echt nodig. Je neemt ook niet zomaar een kindje in huis. Dat is een beetje een open deur. Maar het beïnvloedt wel je eigen familiesituatie natuurlijk.

Nieske: Klopt. Voor ons was het een gezinsuitbreiding. We kozen dan ook bewust voor een jonger kind dan onze eigen twee kinderen voor een natuurlijker verloop. Wij hebben wel gemerkt dat je pleegzorg ook samen doet met de kinderen. Het vraagt veel van ons en onze kinderen, maar wat zijn er ook veel mooie kanten. Onze jongens zijn sociale jongens met een brede visie op de samenleving en een ruim hart, ook voor andersdenkenden. Dat komt mede door pleegzorg.

Marion: Jullie voeden ook een kindje op met een licht verstandelijke beperking (LVB). Wat heeft het kindje meer nodig dan een kindje zonder LVB?

Nieske: Een hele lange adem. Een LVB gaat niet voorbij. Ze gaan niet zo snel op eigen benen lopen. Je moet altijd op een bepaalde manier blijven begeleiden. Daarbij is het belangrijk dat je hulp accepteert. Denk niet teveel dat je het alleen moet doen, je hoeft je niet te bewijzen. Soms heb je hulp nodig, of mensen die het even van je overnemen. Het is belangrijk dat je tips en adviezen kan aannemen. Ik heb hier ook niet voor geleerd of er een opleiding voor gedaan. Anderen, zoals Marion, deden dat wel, en zij helpen ons bij moeilijke vraagstukken rondom LVB.

Marion

Marion: Kan je iets vertellen over de ondersteuning van WSGV?

Nieske: Ik ben ontzettend blij met jou als mijn pleegzorgwerker, we kennen elkaar nu al 12 jaar! Ik kan altijd bij je terecht door te mailen of te bellen voor allerlei soorten advies. Jij als pleegzorgwerker hoeft het ook niet alleen op te lossen maar je kunt wel hulp en expertise inschakelen. De pleegzorgwerker heeft collega’s en gedragswetenschappers achter zich staan om direct of indirect het pleeggezin te ondersteunen.

Foto rechts: Pleegzorgwerker Marion Inghels. 

Marion: Je kent natuurlijk wel pittige tijden, maar heb je het gevoel dat je er niet alleen voor staat?

Nieske: Je hebt het gevoel dat je meer onder een vergrootglas ligt. Je wil het graag goed doen. Dan is het juist belangrijk dat je een goede band hebt met je pleegzorgwerker. Dat je durft te zeggen: ‘het lukt me nu even niet’. Je mag je kwetsbaar opstellen, want ook wij zijn een heel gewoon gezin met allerlei life events.

Marion: Kun je iets vertellen over de samenwerking met de ouders?

Nieske: Realiseer je dat bij hen het kind is weggehaald, wat het ergste is wat je als ouder kan overkomen. Dus verwacht niet teveel terug van hen, verwacht geen erkenning of dankbaarheid. Maar als dat lukt, dan is dat natuurlijk heel fijn. Soms gaat dat snel, maar soms duurt dat zelfs wel tien jaar. En zelfs dan nog steeds kan het zo omslaan, door allerlei omstandigheden.

Contact met de eigen ouders is ontzettend belangrijk. Het kind moet niet het gevoel krijgen dat het moet kiezen tussen ouders en pleegouders. Ik vind het belangrijk dat het kind mag houden van beide netwerken. Daarvoor is het belangrijk dat je als pleegouders respectvol over de ouders blijft praten. De ouders horen erbij, net zoals mijn ouders ook bij mij horen. Je krijgt ook het netwerk deels erbij, wanneer je voor een pleegkind kiest.

Marion: Laatste vraag, wat zou je mensen die pleegzorg overwegen nog willen meegeven?

Nieske: Krijg je al langere tijd steeds de gedachte: is pleegzorg wat voor mij? Ga het dan onderzoeken! Het is echt de moeite waard. Vraag bijvoorbeeld een informatiepakket aan of bezoek een (online) informatieavond. Als je dat doet ben je nog geen pleegouder, maar je kan er wel meer overwogen over nadenken. Je hebt dan nog geen verplichtingen. Denk ook na of je de mogelijkheid kan bieden. Is er ruimte voor een kind of puber in jouw huis? Heb je fysiek de ruimte en is er ruimte in je hoofd en hart? Dat is een belangrijke afweging.

Meer ervaringsverhalen lezen?

Wil je meer ervaringsverhalen lezen? Meld je dan vrijblijvend aan voor onze tweemaandelijkse nieuwsbrief met ervaringsverhalen van o.a. pleegouders en pleegkinderen.