Pleegouders kunnen heel veel betekenen voor een kind door het in voltijd of deeltijd een thuis te bieden. Maar wat betekent het voor een kind om in een pleeggezin op te groeien? Cania woont bij haar pleegouders en vertelt hoe dit voor haar is.

Leven in een pleeggezin is eigenlijk heel normaal

Cania is 14 jaar oud en zit in de derde klas van de havo. Sinds dat ze één jaar is woont ze bij pleegouders. Ze woont in een gezin met drie broers en een zus, waarvan een broer en haar zus ook pleegkind zijn. “Voor mij is het niet heel bijzonder om in een pleeggezin te wonen, omdat ik het zo ben gewend. Je lijkt alleen niet per se op elkaar, dus dat is af en toe wel gek. Maar verder is het voor mij heel normaal. Mijn vriendinnen weten wel dat ik in een pleeggezin woon. Ze zijn er af en toe nieuwsgierig naar en dan leg ik uit hoe het voor me is. Dat vind ik prima. Daarna hebben ze het er eigenlijk niet meer over,” vertelt Cania.

Hoewel Cania volledig bij haar pleegouders woont, zijn haar biologische ouders niet buiten beeld. “Mijn biologische ouders zijn gescheiden toen ik acht was. Daardoor heb ik niet zoveel contact meer met mijn biologische vader. Maar met mijn biologische moeder heb ik wel regelmatig contact. Ze komt wel eens met de trein hiernaartoe op bezoek. Ik vind het fijn dat ik haar regelmatig kan zien. Zelf ga ik ook bij haar op bezoek. Meestal ben ik daar voor een dagje, maar ik ben ook twee keer wezen slapen. Dat ging goed, maar ze komt uit een andere cultuur dus dat vind ik dan wel een beetje spannend.”

Andere cultuur is interessant maar soms ook onwennig

Cania’s biologische ouders zijn Jezidi en als tiener uit Irak naar Nederland gekomen. “Die cultuur ben ik niet gewend. Je merkt aan alles dat ze heel andere dingen zijn gewend dan wij. Er is bijvoorbeeld altijd bezoek en ze maken heel veel eten. Er zijn de hele dag door veel andere mensen. Dat vind ik af en toe een beetje druk. Ze praten een andere taal met elkaar en dat kan ik niet verstaan. Vaak praten ze allemaal door elkaar in die taal en dan hoor je af en toe je naam. Dat is een beetje onwennig, maar toch ook wel weer interessant. Ik wil heel graag die taal leren. Ik ben er al vaak aan begonnen, maar haak na een tijdje dan weer af. Maar regelmatig zie ik bepaalde dingetjes van die cultuur die ik interessant vind, dus het spreekt me wel aan.”

De relatie tussen Cania’s biologische moeder en haar pleegouders is goed. Dat is voor haar erg belangrijk. “Als mijn biologische moeder bijvoorbeeld op bezoek is, maakt het niet eens uit als ik er even niet ben. Mijn pleegouders en biologische moeder kunnen ook super goed samen zijn. Dat voelt normaal en dat is heel fijn. Het cultuurverschil is gelukkig ook geen probleem. Mijn pleegouders vinden het wel leuk om dingen van een andere cultuur te leren.”

Dat de relatie met haar biologische moeder voor Cania erg belangrijk is, blijkt ook uit het advies dat ze wil meegeven aan mensen die pleegouder willen worden. “Pleegouder worden moet je niet zomaar doen. Ik vind dat pleegouders verantwoordelijkheid moeten nemen voor het contact tussen het kind en de biologische familie. Je hoort soms dat pleegouders daar geen energie in willen steken. Dan moet je het misschien ook niet doen, want ik vind dat wel belangrijk.”

Meer ervaringsverhalen lezen?

Wil je meer ervaringsverhalen lezen? Meld je dan vrijblijvend aan voor onze tweemaandelijkse nieuwsbrief met ervaringsverhalen van o.a. pleegouders en pleegkinderen.