Een van de uitgangspunten van ons jeugdzorgwerk is dat we altijd ons best doen om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de ontwikkelingsbedreigingen van onze clienten. Dat betekent dat we veel kennis en expertise in huis moeten hebben met betrekking tot de beperkingen waarmee onze cliënten te maken hebben. Dat is vaak een uitdaging, die van ons vraagt om ‘ in de schoenen’ van onze cliënten te gaan staan.

Oliver is een van die mensen. Hij is onlangs 18 jaar geworden en weet sinds een maand of negen nu dat hij een stoornis in het autisme spectrum heeft. Na een jeugd waarin hij zich heel vaak onbegrepen voelde, en grote problemen, depressie en terugslag ondervond op school, voelt deze diagnose nu alsof een enorme last van zijn schouders is gevallen.  Oliver wil graag met ons in gesprek over wat zijn autisme voor hem betekent en hoe hulpverleners daarmee het beste rekening kunnen houden.

We ontmoeten Oliver bij hem thuis, tegen de Duitse grens aan woont hij heerlijk rustig in het buitengebied. Buiten voor de deur ligt waakhond Olaf, zonder dat hij direct de indruk maakt een erg alerte waakhond te zijn. Olivier zet in een mum van tijd een lekkere kop koffie en we voelen ons erg welkom.

Oliver steekt onmiddellijk van wal om te vertellen over zijn eigen ervaringen. “Ik merkte zelf dat er een erg negatief beeld bestaat over autisme. Het lijkt bijna wel of autisme als een virus wordt gezien, waartegen je alles moet doen om het te onderdrukken. Ik ervaar dat zelf helemaal niet zo. Autisme is voor mij eigenlijk heel mooi.”

Voordat Oliver zijn diagnose had, ging het op school en andere levensterreinen niet goed met hem. Met heel veel moeite heeft hij een diploma kunnen halen, maar op een aantal verschillende vervolgopleidingen bleek dat de opleiding te hoog gegrepen was. Er is voor Oliver simpelweg teveel overprikkeling om te kunnen leren. Toen de diagnose eindelijk gesteld werd, kwam er meer ruimte in het leven van Oliver. Hij hoefde niet meer te voldoen aan de gebruikelijke maatschappelijke verwachtingen, die hij ook aan zichzelf op had gelegd. Zijn horizon werd letterlijk verbreed.

Oliver

Oliver is toen naar ‘de Werkplaats’ in Doetinchem gegaan waar wel met zijn persoonlijke situatie rekening gehouden wordt. Hier krijgt hij de mogelijkheid om zichzelf te ontwikkelen in een richting die hem goed ligt. Nu werkt hij sinds enige tijd als content-schrijver bij een radiostation, samen met een paar andere jongeren. Dat gaat hem er goed af. Hij heeft zelfs een item over zijn autisme gemaakt onder de titel: ‘ Iedereen heeft autisme’. Op deze manier wist hij autisme bespreekbaar te maken met vele andere jongeren.

In het radio maken heeft Oliver een roeping en ook rust weten te vinden. “Je hoort vaak dat mensen met autisme een andere manier van denken hebben, en dat klopt helemaal.’ Mensen met autisme ervaren vaak een negatief stigma, maar dat is nergens voor nodig. Als persoon met autisme denk je anders, je denkt ‘ out of the box’, bent veel creatiever en ziet details die anderen niet kunnen zien. Dat is juist ontzettend nodig in deze wereld, en zeker bij radio maken. Als je autisme goed onder controle krijgt, is het een van de beste dingen die je kan overkomen, naar mijn mening.”

Oliver is nu beter in staat om zichzelf te begrijpen, nu hij weet dat hij autisme heeft. Hoe kunnen wij als hulpverleners nu het beste aansluiting vinden bij iemand met autisme?  Oliver denkt een tijdje na en steekt dan met een glimlach van wal: “Als je iets nodig hebt van iemand met autisme, wees je dan bewust van de hogere prikkelbaarheid. Iets op gebiedende wijs zeggen gaat bij een persoon met autisme altijd fout. Vraag het gewoon. Wees vriendelijk, dan voelt een persoon met autisme zich begrepen en kun je veel beter met elkaar door een deur. Realiseer je dat niet alleen mensen met autisme, maar ieder mens een gebruiksaanwijzing heeft. Je moet bij iedereen je best doen om het beste uit die persoon te halen, dat is bij iemand met autisme misschien iets moeilijker, maar in de basis niet echt anders. Ik zeg dan ook wel dat iedereen een soort persoon met autisme is.”

“Voordat ik mijn diagnose kreeg, was ik snel overprikkeld, en ik durfde heel veel dingen niet, maar sinds ik weet dat het autisme is, is het veel makkelijker voor mezelf om sociaal te zijn en om te begrijpen wat er in mijn eigen hoofd omgaat.”