Op dit moment hebben Jeffrey en Sander uit Zeeland twee pleegzoontjes, van vijf en drie. De mannen sluiten niet uit dat er in de toekomst meer pleegkinderen zullen zijn. Beiden zijn ze trots en dankbaar dat ze dit voor kwetsbare kinderen mogen doen. Voor de Week van de Pleegzorg, die in 2021 plaatsvindt tussen 3 en 10 november, vertellen zij graag over hun eigen ervaringen en plannen als pleegouders.

Groen licht

“Dat wij kinderen wilden stond eigenlijk al vanaf het begin vast”, begint Sander (34). “Het was denk ik één van de eerste dingen die we bespraken toen we elkaar leerden kennen. Maar op welke manier, dat wisten we toen nog niet. Pas toen we er echt voor wilden gaan, stonden we voor de keuze: in welke vorm dan? Adoptie hebben we overwogen, maar dat was een enorm ingewikkeld traject. Omdat Jeffrey (30) zelf een voormalig pleegkind is, en mijn moeder ook, wisten we dat pleegzorg heel mooi kon zijn. Ook in Nederland zijn namelijk gewoon enorm veel kinderen die een veilige basis nodig hebben. Daarom hebben we daar uiteindelijk voor gekozen.”

In mei 2018 vragen de mannen een informatiepakket aan bij William Schrikker Gezinsvormen, de organisatie waar Jeffrey veel ervaring mee heeft vanwege zijn eigen pleegkindtijd. “Daar werden we enorm goed ontvangen, en opeens ging alles in sneltreinvaart. Gedurende de zomer zijn we gescreend en hebben we meerdere trainingen gevolgd. In november kregen we al officieel groen licht om pleegouder te worden.”

Een maand later kwam het eerste belletje. “Of we binnen een uur een plekje hadden voor een jongetje van twee”, lacht Sander. “Ja, dan moet die knop wel even om! Samen met ons netwerk hebben we toen een uur lang rondgerend. Uiteraard hadden we de basisdingen, zoals een kamertje met een bed en een kast, maar zo’n kindje heeft natuurlijk nog veel meer nodig. Uiteindelijk is het dus nog best lastig om je voor te bereiden op het moment dat het zo ver is.”

Kwetsbare doelgroep

 “En dan heb je opeens een jochie van twee jaar in huis”, vult Jeffrey aan. “Dat is wennen. Die eerste nacht zal ik nooit vergeten. Grote ogen die je aankijken, zo van ‘waar ben ik?’ Vanuit zijn eigen ervaring kan Jeffrey zich gelukkig goed verplaatsen in hun pleegzoon, en ook Sander kan hier goed mee omgaan. Er vormt zich dan ook snel een hechte band. “Als hij nu een dagje weggaat, klopt dat voor mijn gevoel ook niet. Hij hoort gewoon bij ons.”

Wanneer Jeffrey en Sander het gevoel hebben dat hun eerste pleegzoon is gewend, begint het weer te kriebelen. Ze staan open voor een tweede pleegkind. In april van dit jaar worden ze wederom gevraagd om een jongetje van twee op te vangen; deze keer gaat het om een kindje met medische problematiek. Ook dit jongetje bieden Jeffrey en Sander graag een thuis. “Natuurlijk hebben we informatie ingewonnen, voor zover dat kon, en veel met elkaar gesproken. Maar uiteindelijk waren we er snel over uit”, geeft Jeffrey aan. “Juist voor deze kwetsbare doelgroep moeten ook mensen klaarstaan.”

Roze wolk

Waar de mannen heel duidelijk over zijn, is hun rol in het leven van de pleegkinderen. “Wij vervangen vader en moeder niet”, zegt Sander heel stellig. “Wij zijn pleegpapa’s, en we vinden het belangrijk om hier transparant over te zijn. Dit houdt ook in dat wij het contact tussen onze pleegzoontjes en hun biologische ouders proberen te stimuleren. Dit is niet altijd makkelijk. Bij ons speelde bijvoorbeeld mee dat de biologische ouders van onze pleegzoontjes er moeite mee hadden dat hun kinderen bij twee mannen geplaatst werden. Het contact verliep daarom stroef. Ook de juridische strijd die er soms is, kan dit bemoeilijken. Wij hebben ouders de tijd gegeven en ze zoveel mogelijk betrokken bij het leven van hun kinderen. In de loop van de tijd zie je dan ook deze band groeien. Met de ouders van één van onze pleegzoontjes kunnen we nu bijvoorbeeld samen naar de speeltuin. Dat is voor ons heel mooi om te zien.”

Beide pleegouders benadrukken wel dat je moet weten waar je aan begint. Hoewel ze dolblij zijn met hun pleegzoons, hebben ze nooit op een roze wolk gezeten. “We doen het met heel veel liefde en plezier, want we genieten meer van de kinderen dan van de lastige momenten. Maar we kennen ook de andere kant”, zegt Jeffrey. “Het is gewoon niet altijd makkelijk. Kijk maar naar ons tweede pleegzoontje. Hij had een enorme achterstand omdat hij te weinig gestimuleerd werd, en ook lichamelijk was er wel het een en ander aan de hand vanwege problemen met het maag-darmstelsel. Maar als we dan weer een moeilijke nacht achter de rug hadden, en we zagen ’s morgens die twee jongetjes met elkaar zingen en dansen, dan wisten we gelijk weer waar we het voor deden.”

Wat Jeffrey en Sander betreft, is hun pleeggezin dan ook nog lang niet compleet. “Natuurlijk willen we ons eerst even focussen op de medische situatie van onze pleegzoon, maar wanneer alles weer stabiel is, zullen wij gewoon weer openstaan voor een nieuw pleegkind”, zegt Sander. Jeffrey knikt instemmend. “We hebben in ieder geval nog genoeg slaapkamers over!”

Meer ervaringsverhalen lezen?

Wil je meer ervaringsverhalen lezen? Meld je dan vrijblijvend aan voor onze tweemaandelijkse nieuwsbrief met ervaringsverhalen van o.a. pleegouders en pleegkinderen.