Onze gezinshuizen zijn er voor kinderen en jongeren met een beperking en/of van ouders met een beperking. De problematiek is vaak complex. Deze kinderen en jongeren kunnen niet thuis, maar ook niet of niet meer in een pleeggezin wonen.

In een gezinshuis kunnen ook deze kinderen in een gezinssituatie opgroeien onder professionele en liefdevolle begeleiding van één of meerdere gezinshuisprofessionals. De gezinshuisouders bieden hen in hun eigen huis een veilige plek: zo thuis mogelijk.

Door onze rijke ervaring in het begeleiden van pleeggezinnen met kinderen en jongeren met een beperking en kinderen van ouders met een beperking, begrijpen wij heel goed wat gezinshuisouders nodig hebben. Aan ieder gezinshuis is een gedragswetenschapper verbonden om gezinshuisouders te ondersteunen en te begeleiden bij de complexe zorgvraag.

De rubriek wordt afgetrapt door Annemieke van gezinshuis Windegaarde.

“Veel jeugdigen missen een stabiele basis”

“Mijn naam is Annemieke, en ik ben 59 jaar oud. Ik zit samen met mijn man al dertien jaar in de gezinshuiszorg. Daarvoor heb ik onder andere gewerkt in de dak- en thuislozenzorg, op groepen, en in de gesloten jeugdzorg.”

Annemieke en haar man Rene

“Via ons werk in de gesloten jeugdzorg leerden mijn man en ik elkaar kennen. Toen al merkten we dat daar veel jongeren terechtkwamen die een stabiele basis misten. En wanneer die mist, zo ervoeren we, is het heel lastig om andere aspecten van de problematiek te behandelen. Dat ging ons allebei aan het hart, en eigenlijk paste de gesloten jeugdzorg daarom ook helemaal niet bij ons. Via een advertentie zijn we toen bij de gezinshuiszorg terechtgekomen. Er was namelijk vraag naar opvang in die vorm voor kinderen van ouders die langere tijd van huis waren. Toentertijd was gezinshuiszorg nog niet zo groot – vooral niet in het noorden, waar wij zitten – dus we waren nog heel erg zoekende naar hoe wij dat vorm moesten geven.”

“In die eerste jaren voelden we ons soms meer een opvang. We hadden niet veel meer te maken met de behandeling. Daarom zijn we nu voor onszelf begonnen en hebben we nu ook professionele begeleiding ingeschakeld. Onze doelgroep is namelijk wel de groep met wat ernstigere problematiek, omdat dit vaak de groep is die tussen wal en schip valt. De laatste jaren merken we dat de problematiek heftiger wordt, terwijl residentiële zorg wordt afgeschaald. Zo hoor ik pleegouders wel eens over situaties waarvan ik denk; dat is eigenlijk te complex voor jullie om mee te dealen. Pleegouders en andere opvangplekken hebben vaak gewoon niet de middelen om jongeren met complexe problematiek op te nemen en te begeleiden.”

“Wij zijn ons eigen gezinshuis begonnen om te zorgen dat deze groep kinderen een plek heeft, en ze niet in de gesloten zorg terechtkomen. Ik vind het een heel fijn idee dat wij dat voor kinderen kunnen doen. In een gezinshuissetting kun je dat stukje gezond gedrag aanspreken. Het zijn in de kern namelijk allemaal hele lieve kinderen, die heel veel rottigheid hebben meegemaakt. Op groepen en in geslotenheid gaat de focus heel erg naar die rottigheid en de problematiek. Bij ons kan de focus meer op het kind.”

“Ons gezinshuis heet Windegaarde. Een winde is een teer en wild plantje, maar met enorm veel verschillende kleuren en grootten. Omdat het een klimplant is, heeft ‘ie altijd steun van een andere plant, een muur of een hek nodig om omhoog te klimmen. Een gaard is een omheinde tuin. Dat vonden wij een mooie symboliek, en zo zie ik ons ook echt. Wij willen die veilige omgeving zijn waar de kinderen kunnen opbloeien.”