Hechting is de basis van vertrouwen tussen een kind en zijn opvoeder. Een kind kan zich hechten aan verschillende mensen, maar in eerste instantie altijd aan de ouder(s). Veiligheid in hechting betekent dat de ouder met sensitiviteit reageert op de signalen van het kind, waardoor er een stevige hechtingsrelatie kan ontstaan. Dit legt de basis voor een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling die essentieel is voor het verdere leven van het kind. Aan de andere kant, bij een onveilige hechting is het basisvertrouwen verstoord doordat de ouder onvoldoende beschikbaar is voor het kind en het kind zelfstandig moet handelen. Arnold Onnink, gehechtheids-specialist en uitvoerend screener bij William Schrikker Gezinsvormen (WSGV), vertelt waarom hechting zo ingewikkeld is en de rol die LVB hierin speelt.
Arnold Onnink: “Een onveilige hechting kan al ontstaan bij een onrustige zwangerschap of bijvoorbeeld een vroeggeboorte waarbij een kind in een couveuse ligt, er weinig lichamelijk contact is en veel geluid van apparaten is. Wanneer een kind onveilig gehecht is heeft dat invloed op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Onveilige hechting kan op latere leeftijd nog steeds effect hebben op een volwassen persoon. Dit kan zich uiten in dominant gedrag, afhankelijkheid of andere problemen in het dagelijks leven. Hechtingsproblematiek kan verergeren in crisissituaties en heeft invloed op hoe een persoon omgaat met relaties en emoties.”
In de pleegzorg zien we dat pleegkinderen met een licht verstandelijke beperking (lvb) in meer of mindere mate te maken hebben met hechtingsproblematiek. Het valt dan op dat door de lvb de sociaal-emotionele ontwikkeling niet overeenkomt met de kalenderleeftijd, dus het kan zijn dat je als pleegouder een pleegkind krijgt dat misschien 13 is maar een sociaal-emotionele ontwikkeling heeft van een kind van 2 jaar. De omgang moet dan afgestemd worden op het jonge kind, wat verwarrend kan zijn, omdat de omgeving verwachtingen heeft gebaseerd op leeftijd. “Soms zie je een puber met een lvb die typisch puberaal gedrag vertoont, zoals overmatig gebruik van social media. Zijn klasgenoten vinden soms dat hij stalkend overkomt op social media, met opmerkingen als ‘waarom heb je nog niet gereageerd?’ of juist heel bot reageert. Hoewel hij van binnen nog heel jong is en daardoor kwetsbaar, vooral op het gebied van hechting”, legt Arnold uit.
Je hebt ook een vorm van onveilige hechting waarbij een kind gewend is om aan te trekken en af te stoten. “Dat is iets wat we heel vaak zien in pleegzorg, dus op het ene moment ben je als pleegouder geweldig en op het andere moment niet. Mijn grootste tip aan aspirante pleegouders is dan ook dat je er rekening mee houdt dat je als pleegouder heel goed voor jezelf moet zorgen en eigenlijk je eigen emoties goed helder moet hebben. We hebben pleegouders nodig die bereid zijn om na te denken over wat ze zelf voelen, want het doet iets met jou als een kindje je hard uitscheldt. Misschien triggert dat wel iets bij je. En dan is het belangrijk dat je weet hoe je kunt zorgen dat je kalm kunt reageren. Dat kan bijvoorbeeld door even naar je partner of een buurvrouw te lopen of een rondje te rennen. Je hoeft het niet alleen te doen. Juist niet. De pleegzorgwerker is hier goed in onderlegd en kan daarin een steun bieden”, zegt Arnold.
We hebben trainingen en begeleiding beschikbaar om pleegouders te helpen bij het begrijpen en omgaan met hechtingsproblematiek. Hechting is essentieel voor het leven, omdat het de basis vormt voor gezonde relaties en het welzijn van zowel kinderen als volwassenen. Het is belangrijk om hier aandacht aan te besteden en de juiste ondersteuning te krijgen waar nodig.