In onze gezinshuizen wonen kinderen en jongeren met vaak complexe problematiek. Van gezinshuisouders wordt dus veel gevraagd. Daarom zorgen we ervoor dat zij de juiste kennis en vaardigheden hebben en houden. Tijdens de jaarlijkse gezinshuisdag van William Schrikker Gezinsvormen (WSGV) kregen gezinshuisouders een training ‘visueel werken’. Deze methodiek helpt om je boodschap begrijpelijker te maken en te ontdekken wat bij jongeren speelt. Rikie, trainer bij Expect Jeugd, vertelt er alles over.
De jaarlijkse gezinshuisdag van William Schrikker Gezinsvormen (WSGV) is een mooi moment voor gezinshuisouders om elkaar te ontmoeten. Daarnaast staat er altijd een inhoudelijk thema centraal. Dit jaar was dat visueel werken. Deze training wordt vooral gegeven aan jeugdzorgwerkers, maar is ook heel bruikbaar voor gezinshuisouders. Visueel werken betekent dat je je boodschap ondersteunt met visuele middelen. “Op stations of op Schiphol zie je bijvoorbeeld pictogrammen om een boodschap te verduidelijken. Als wij een training geven, doen we dat daarom niet met een PowerPoint presentatie, maar met een flipover met tekeningetjes en symbolen. Vooral voor kinderen, jongeren en mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) is dit helpend, maar ook voor volwassenen zonder beperking is het prettig”, vertelt Rikie.
Een tekening laat zien wat lastig is om te vertellen
Niet voor niets kennen we de uitdrukking ‘een beeld zegt meer dan duizend woorden’. Moet je voor deze methode goed kunnen tekenen? Rikie: “Als je een cirkel, een vierkant, een driehoek en een lijntje kunt tekenen, dan kun je eigenlijk alles tekenen wat nodig is.” Tekenen is in veel situaties van waarde. Een van de gezinshuisouders had hier al ervaring mee. “Ze had een jongere waarbij iets was gebeurd op school. Als je vraagt wat er is gebeurd, hebben jongeren vaak geen zin om het te vertellen. Zij ging tekenen wat er was gebeurd. Het bleek dat iemand zijn pen had afgepakt, dus tekende ze dat. Vervolgens vroeg ze wat er daarvoor gebeurde en tekende ze dat voor hem. Tijdens het tekenen vroeg ze of het klopte. En ook het vervolg tekende ze, namelijk dat hij een dag niet naar school mag. Zo krijg je het verhaal compleet.”
Jongeren in gezinshuizen komen vaak uit een gezinssituatie waar veel is gebeurd. Denk aan verslaving van ouders, scheiding of mishandeling. De jongeren worden dan uit huis geplaatst met een ondertoezichtstelling in een gezinshuis. Rikie: “Vaak begrijpen ze niet goed wat er precies aan de hand is en wat er is gebeurd. Dan maken ze hun eigen verhaal. Ben ik niet lief geweest of heb ik het fout gedaan? Daarom is het zo belangrijk om samen met een jongere te kijken wat er is gebeurd. Dan kun je het verhaal duidelijk maken, zodat ze zich niet meer schuldig voelen. Visueel werken helpt hierbij.”
Een nieuwe taal leren door te tekenen
Met visueel werken maak je dus ingewikkelde dingen begrijpelijk. Het kan lastig zijn om hiermee te beginnen. Daarom heeft Rikie sjablonen met een aantal gespreksonderwerpen. “Met sjablonen kun je makkelijk van start. We hebben bijvoorbeeld een sjabloon waarin je kunt tekenen waar je nu bent en waar je naartoe wilt in de toekomst. Bij kinderen gebruiken we veel het sjabloon met de drie huizen. Een huis met leuke dingen, een huis met niet-leuke dingen en een huis van de toekomst met wensen en dromen. Een kind kan het zelf tekenen, maar je kunt helpen als het nodig is. Je ziet zo wat het kind zelf vindt.”
De gezinshuisouders kregen de opdracht om moeilijke woorden te tekenen. Ze kwamen met mooie voorbeelden, zoals het woord loyaliteitsconflict. “Een kind is niet meer thuis, maar wel loyaal aan zijn ouders. Hoe teken je dat? Een ander woord was buikmama, dus de biologische moeder. Dat werd een tekening van een zwanger poppetje met een baby’tje in de buik en daarnaast de gezinshuisouders waarbij het kind nu woont. Zo kun je dat verschil laten zien. Door de training leer je dingen tekenen waarvan je niet wist dat je dat kon. Je leert ook een nieuwe taal door dingen visueel te maken.”
De training was voor gezinshuisouders ideaal om te oefenen met wat ze willen bespreken met hun gezinshuiskinderen. Dat dit waardevol was, bleek uit de reactie van een gezinshuisouder na afloop. “Ze gaf aan dat ze thuis goed bezig zijn met visueel werken. De kinderen vinden het grappig dat haar tekenkwaliteiten nog niet zo goed zijn, maar ze begrijpen de tekeningen wel.”